De insectenhotels ben ik begonnen te maken als een wat ludieke reactie op wat bij tuincentra e.d. onder die naam wordt aangeboden, maar die in mijn ogen kraak noch smaak hebben. Het begon met restjes lijsthout maar werd al snel serieuzer. Het werden bouwsels waarin plek werd gecreëerd voor metselbijen en een slaap- of nestelplek  voor bijv. mezen. Er lag en ligt geen plan of ontwerp  aan ten grondslag, elk insectenhotel wat ik maak is anders; al bouwend ontstaat en verandert de vorm maar die vorm wordt scherp in de gaten gehouden om tot een mooi eindproduct te komen. Daardoor is elk insectenhotel uniek.  Wel zijn ze vrijwel allemaal losjes geïnspireerd op de Noorse staafkerken.
Wat voor mij wel een voorwaarde was en is gebleven, is dat ze zo veel mogelijk zijn gemaakt van afval- en resthout. Dat kan pallethout zijn, overblijfselen van het bouwen van een boot tot restanten van een walbeschoeiing, het maakt niet uit; hout is hout. In de meeste insectenhotels zijn dan ook  diverse houtsoorten te vinden:  het meeste natuurlijk vuren, maar je kunt ook linde, grenen, taxus, mahonie, azobé en zelfs bamboe aantreffen. Begon ik in het begin nog met stukjes vlierhout nestgelegenheid voor metselbijen te maken, maar  dat werkte niet; vlierhout werd droog, ging los zitten en viel er uit. Bovendien wisten spechten ook binnen de kortste keren dat er iets te halen viel en plunderden naar hartenlust de hotels. Daarom ben ik daarna overgegaan op hardhout; spechtbestendig en veilig voor de vleugels van de bijen.   
De laatste twee nog niet genoemde, maar wel noodzakelijke ingrediënten zijn liefde en plezier; onontbeerlijk.

Uit liefde voor de natuur,

Jannes Kleiker